Wijken is een hele nuttige oefening in de opleiding van zowel de ruiter als het paard! Maar waarom is het een goede oefening? En hoe leg je dat uit aan een paard? In de Fair Play blog van deze week vertel ik jullie meer over het wijken voor de kuit, met handige tips om zelf mee aan de slag te gaan!
Wat is wijken eigenlijk?
Wijken is een voorwaarts-zijwaartse beweging. Het binnenachterbeen loopt richting het binnenvoorbeen onder de buik door. Zowel de voor- als de achterbenen scharen, ze kruisen elkaar dus. Je paard mag iets stelling hebben in de tegengestelde richting van de beweging. Als je bijvoorbeeld voor je rechterkuit wijkt ga je naar links en mag je paard iets naar rechts kijken.
Waar is wijken goed voor?
Wijken leert een paard onder andere het binnenbeen beter te begrijpen, dat heb je nodig voor een goede lengtebuiging en alle volgende zijgangen. Als een paard angstig is voor iets dan helpt het om er naar toe te wijken, op die manier rij je er niet recht op af, blijft je paard met jou bezig en heb je meer controle aan je binnenbeen. Ook kun je de oefening gebruiken wanneer je paard erg loperig is, door de zijwaartse beweging neemt het tempo af en kun je toch met je been eraan rijden.
En hoe begin je dan met wijken?
Eigenlijk begin je al met het aanleren van het wijken op de poetsplaats. Op het moment dat je met je hand tegen de ribben van je paard duwt en hem opzij drukt, is dat in feite al een pasje wijken. Zo leert je paard al voor de druk opzij uit te wijken. Wij gebruiken daar altijd een stemhulp bij “opzij”. Na een tijdje hoeven we niet meer te duwen, dan kun je van een afstandje al “opzij” zeggen en gaan ze opzij. Daar is het eerste begin al gemaakt.
Bij het zadelmak maken beginnen wij al spelenderwijs met een pasje zijwaarts. Dat lijkt natuurlijk nog helemaal niet op het wijken zoals in een proef maar daar begint het aanleren van de zijwaartse hulp onder het zadel wel al. Belangrijk is dat ze ontspannen genoeg zijn, snappen wat we met de voorwaartse beenhulp bedoelen en enigzins in balans kunnen blijven met de ruiter. Terwijl ze nog aan de longeerlijn lopen verkleinen we eerst de volte en vragen het paard dan vanuit het binnenbeen en de buitenteugel de volte weer te vergroten, eventueel drijft de longeur met de longeerzweep mee naar buiten om te helpen. Dit oefenen we ook rustig verder op de volte als ze van de longeerlijn af zijn of natuurlijk bij paarden die wel al langer gereden zijn maar nog geen ervaring hebben met de zijgangen. Belangrijk is dat het paard nu al leert met de schouders in de goede richting te blijven draaien, klik hier voor tips over de lengtebuiging!
Als ze begrijpen dat het binnenbeen opzij betekent en ze ook een rechte lijn op de 2e en 3e hoefslag in balans kunnen lopen beginnen we vanuit daar te wijken. We duwen ze eigenlijk gewoon van het binnenbeen af richting de hoefslag, daar wilt een paard zelf al graag naar toe om meer steun van de bakrand te hebben. In het begin ben ik niet te kritisch, opzij is opzij en meer vind ik dan nog niet belangrijk, zodra ze snappen wat je bedoelt komt de rest bijna vanzelf.
Gaan ze beter in balans en snappen ze de zijwaartse hulp, dan wenden we steeds iets eerder af. Maar we willen pas meer meters maken als ze in evenwicht kunnen blijven. Ik heb liever 2 goede passen dan 10 meter wijken waarbij ze 8 meter uit balans lopen.
Bij de onervaren paarden leg ik mijn binnenbeen iets terug. Later wil ik dit gewoon met mijn binnenbeen op de singel kunnen. Met mijn binnenbeen drijf ik het binnenachterbeen onder de het zwaartepunt (dat is de plek waar de ruiter zit) door naar het buitenvoorbeen. Met mijn teugels controleer ik de nageeflijkheid en de schouders zodat die parallel blijven aan de achterhand (klik hier voor meer tips over de aanleuning). Ook hier gebruik ik mijn stemhulp, de stem is immers de vriendelijkste hulp die je kunt maken. Ik zeg “opzij” en net als het “opzij” op de poetsplaats leren ze dat door consequent herhalen uiteindelijk ook onder het zadel steeds meer op de stem te doen. Heel belangrijk is dat je zo ontspannen mogelijk blijft zitten, alleen dan lukt het om recht boven de grond te blijven. Je wilt zelf niet meer gaan wijken dan je paard 😉
Mijn paard valt over de schouder..
Het makkelijkste voor een paard is natuurlijk om gewoon schuin over te steken. Er kunnen een paar dingen mis gaan. Controleer eerst of je zelf recht in balans zit; stel je voor dat je paard weg getoverd wordt, sta je dan in balans met twee voeten op de grond of val je om naar één kant (op je billen, je neus, je zij?). Zit je niet in balans, los dat eerst op! Je kunt niet van je paard verwachten dat hij in balans is als je hem zelf per ongeluk uit balans haalt.
Zit jij in balans en loopt hij nog steeds over de schouder weg dan kan het ook zijn dat je de hals teveel naar binnen buigt en daarmee je paard uit balans haalt. Hou het hoofd van je paard recht tussen de schouders en ga echt alleen opzij voor je been – daarom heet het ook wijken voor de kuit en niet wijken voor de teugel 😉
Als je paard nog steeds scheef gaat helpt het om elke keer op dat moment met je buitenbeen en buitenteugel te begrenzen en te stoppen met wijken, je rijdt gewoon rechtdoor richting de korte zijde. Heb je weer balans dan wijk je weer verder. Dat blijf je consequent herhalen.
Mijn paard gaat niet zijwaarts..
Het grootste probleem is vaak dat je paard niet aan de hulpen is (klik hier voor tips), zonder voorwaartse drang ook geen zijwaartse reactie. Dat geldt ook voor de tempocontrole (klik hier voor meer tips daarover). Los dit eerst op! Als je geen controle hebt over de ‘go en ho’ dan lukt opzij ook niet.
Als dat wel goed zit begrens je je paard misschien teveel, probeer meer te ontspannen.
Soms helpt het ook om juist de buitenschouder iets weg te laten vallen en met je zit en been iets meer mee te zitten in de richting waar je gaat.
Mijn paard schaart te weinig..
Om je paard meer te leren scharen kun je langs de hoefslag wijken. Pak contrastelling richting de bakrand, leg je buitenbeen iets terug en druk de achterhand naar de 2e hoefslag. Als dat lukt naar de 3e, dan de 4e en je kunt zelfs naar de 5e gaan. Doordat het hoofd aan de bakrand loopt kan hij niet voorwaarts onder je uit lopen en moet dus meer zijwaarts. Als dat goed gaat kun je op die manier ook een keertwending om de voorhand rijden en de andere kant op wijken langs de bakrand.
Leuke variaties voor de meer gevorderde combinatie!
Wijk ook eens van de hoefslag af naar binnen, richting middenlijn of zelfs een hele diagonaal. Gebroken lijnen kunnen natuurlijk ook.
Rij direct na het wijken een andere zijgang, zoals schouderbinnenwaarts of travers.
Maak overgangen in het wijken. Lastiger dan je denkt maar heel goed voor de gehoorzaamheid, controle en balans!
Stel in het wijken om naar een appuyement en ook weer terug. Zo krijg je meer souplesse en controle over de schouders.
Op die manier kun je eindeloos variëren. Vergeet niet steeds te controleren of je passief kunt zijn in je hulpen en houding, less is more.. Als je ontspant voel je meer en begrijpt je paard je beter. Succes!!
Heb jij ook nog leuke tips voor het wijken? Ik hoor het graag!
2 reacties
Het zwaartepunt! – Solvej.eu · 6 december 2017 op 06:55
[…] eerste tip is er een die ik in de vorige blog over wijken (klik hier) ook al noemde; denk je paard weg. Kom je dan op je voeten terecht of landt je op je neus? Je […]
In evenwicht! – Solvej.eu · 13 december 2017 op 07:07
[…] schreef ik al een blog over het wijken, niet alleen in het wijken maar in alle zijgangen hebben veel ruiters moeite in evenwicht te […]