Aan de teugel: De elastische verbinding van de  ruiterhand naar de mond van het paard. Klinkt heel simpel maar het is een van de moeilijkste stukjes paardrijden. Het staat of valt met goed lichaamsgebruik. In deze Fair Play blog geef ik jullie handige tips voor een zachtere aanleuning.

Aan de teugel. Vanaf het moment dat je als ruiter wat serieuzer begint te rijden lijkt dat opeens het allerbelangrijkste te zijn. En in zekere zin zit daar ook een kern van waarheid in want wanneer de aanleuning in orde is heb je de controle over je paard. Waar het echter mis gaat is dat er teveel op het beeld wordt gefocust en te weinig op het doel. Het gymnastiseren van je paard.

Eigenlijk vind ik “aan de teugel” ook niet de juiste omschrijving. Het paard loopt inderdaad met zijn hoofd aan de teugel máár daar gaat zoveel aan vooraf in het lijf wat véél belangrijker is.

Maar hoe dan?

Allereerst is het belangrijk dat je paard altijd voorwaartse drang heeft en dat je met je been aan je paard mag rijden en daar ook de juiste reactie op krijgt. Dat is vooral belangrijk bij paarden die erg heet zijn, juist die paarden accepteren het been en de hand vaak te weinig. Bij paarden die wat lui zijn wil je een snellere reactie en juist minder drijven.

Controlepuntje: Hangt jouw been zacht langs je paard? Een gespannen of knijpend bovenbeen zorgt ervoor dat jouw paard zijn rug niet kán ontspannen, een goede aanleuning lukt dan ook niet. 

Tip: Begin te ontspannen bij je kaak, nek, schouders, onderrug en je billen. Laat je bovenbenen ontspannen langs je paard vallen en leg dan je kuit zacht aan je paard alsof er klittenband tussen je kuit en je paard zit. Blijf je voeten in je beugels voelen. Meer wil je niet hoeven doen om in hetzelfde tempo te blijven. Zie ook: Tempocontrole! 

Op het moment dat je ontspannen met je kuit aan je paard kan blijven zitten kun je met de voorwaartse drang gaan spelen.  Rijdt een stukje naar voren en weer terug. Blijf voelen dat je paard direct reageert en ook in het terugkomen voorwaarts blijft denken waardoor je elk moment weer naar voor kunt. Dat is belangrijk om je paard actiever in zijn achterbeen te krijgen.

Het achterbeen heeft een stuwende én dragende functie. Het voorbeen alleen een dragende. Dat houdt in dat je paard met zijn achterbenen zijn lijf en voorbenen naar voren drijft – een paard heeft dus achterwielaandrijving.

Als de achterbenen te weinig actief naar voor drijven dan duikt het paard naar de voorhand. De schoft gaat omlaag en het kruis gaat omhoog. De benen bewegen vooral richting staart in plaats van richting neus en de rug wordt strak.

Een paard dat of teveel of te weinig druk aanneemt op de teugels heeft dus altijd te weinig ruggebruik.  Je kunt dat zelf voelen door de volgende fitness oefening te doen:

Stel je nu voor dat iemand tijdens die oefening op je rug zit en jou stoort in je beweging. Dat kan op verschillende manieren gebeuren; doordat die persoon klemt of uit balans naar één kant zit, voor- of achterover hangt of misschien zelfs wel aan je hoofd trekt. Dat doet de ruiter natuurlijk niet bewust maar het is wel belangrijk er bewust van te worden wat er gebeurd om er iets aan te kunnen doen.

Controlepuntje: Blijf steeds kritisch op je eigen houding. Zit je nog in balans? Ben je ontspannen in je lijf maar hou je wel zacht contact met je kuit en hand? 

Tip: Je wilt steeds het gevoel blijven houden alsof je met je hand de hals van je af kunt duwen zonder de verbinding met de mondhoeken te verbreken. Laat je schouders en ellebogen ontspannen omlaag zakken. Leg je onderarmen op schoot en stel jezelf voor dat je iemand met twee handen zachtjes in zijn onderrug duwt. Met je kuiten rijd je dan het lijf van het paard naar het hoofd.

De energie die je met je kuit in je paard steekt moet gelijk staan aan de energie die jij met jouw zit en hand kunt laten doorstromen. Als je er achter heel veel energie insteekt maar daardoor moet gaan klemmen om in balans te blijven zitten dan blokkeer je de rug van het paard en gaat hij wél met zijn benen actiever lopen maar blijft de bovenlijn (lendenen, rug, schouders, hals en nek) strak en gespannen.

Hetzelfde geldt voor de hand van de ruiter. Als je los zit maar jezelf aan de teugels vasthoudt dan kan het paard met zijn voorbenen niet weg. Denk maar aan fietsen met de voorrem aangeknepen. Dan slaat hij over de kop.
Je paard is echter geen fiets en bedenkt dat het verstandiger is om de beweging te compenseren in plaats van over de kop te slaan. Hij gaat dan met zijn rug hol lopen en aan de hals proberen evenwicht te houden. Je krijgt dan een aangespannen onderhals of zelfs verzet (en terecht 😉 ). Je paard is dan dus niet tegen de hand, de ruiter is dan tegen de mond.

Zorg er dus voor dat je niet meer energie erin steekt achter dan jullie samen aankunnen. Maar oefen het natuurlijk wel om steeds meer aan te gaan kunnen!

Het kan ook zijn dat je op één teugel te weinig druk hebt en op de ander teveel. Ook dat is een balans probleem. Je paard moet rechtgerichter in balans leren lopen. Je voelt het in de hand maar het hoofd gaat scheef doordat het lijf scheef is.

Controlepuntje: Blijf je zelf ook recht boven de grond in balans zitten? Of ga je stiekem mee één kant op leunen?

Tip: Trek een denkbeeldige lijn door het midden van je paard. Tussen de oren naar de staart. Die lijn wil je vanuit je been naar je hand recht boven de grond rijden. zodat de schoft rechtop is en jij in het midden van je paard op twee beugels dezelfde druk blijft voelen.

Verklein de volte als je meer druk op de buitenteugel hebt en vergroot de volte als je meer druk op de binnenteugel hebt. Ga zelf geen ruzie maken met je paard om de druk te verdelen, het balans moet vanuit de achterbenen en het lijf komen.

Voor de meer gevorderde ruiters: heb je minder druk op je binnenteugel denk dan eens aan travers. Heb je minder druk aan je buitenteugel denk dan aan schouderbinnenwaarts. Is de druk gelijk dan kun je je paard weer wat actiever maken om recht aan twee handen en twee benen met dezelfde druk te rijden.

Als je paard uiteindelijk vertrouwen heeft in jouw hand, los en actief genoeg is, dan kun je met een ophouding hem nageeflijker maken en de hand in elke richting laten volgen. Dan is je paard dus “aan de teugel”.

Wees geduldig, blijf kritisch over je eigen houding en ontspan vooral. Less is more! Heel veel plezier en succes!

Liefs Solvej


4 reacties

Laura Ginsel · 11 november 2017 op 23:33

Goed geschreven, heb dit artikel gedeeld met vrienden en leerlingen!

    solvej · 12 november 2017 op 09:16

    Hoi Laura!
    Wat leuk om te horen, dankjewel!!

LastJerri · 22 januari 2018 op 23:33

I see you don’t monetize your blog, don’t waste your traffic, you can earn additional bucks every month because you’ve got high quality content.
If you want to know how to make extra bucks, search for: Mertiso’s tips best adsense alternative

Lengtebuiging! – Solvej.eu · 22 november 2017 op 06:44

[…] en het ligt een beetje aan de situatie of ik de binnen- of buitenkant belangrijker vind. Lees hier mijn eerdere blog voor tips over de […]

Geef een antwoord

Avatar plaatshouder

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.