ta• lent (het; o; meervoud: talenten)
1. Natuurlijke begaafdheid; = aanleg
2. Iemand met veel aanleg
Als klein meisje van een jaar of 5, met een schattig staartje en danspakje aan stond ik tijdens een optreden met de jazzballetgroep midden in een grote gymzaal. Alle pasjes mooi op elkaar volgend, maar steeds één tel later dan de rest.
Één gymnasium, muziekles. In een muf lokaal met hoge plafonds staarde ik met het schaamrood op mijn kaken naar de xylofoon voor mijn neus. Een geërgerde muziekdocente voor de klas omdat ik de simpelste noten niet uit het instrument kreeg.
Een paar jaar later in de discotheek met de jongen waar ik stiekem verliefd op was. Mijn kans om met hem te dansen maar dit keer was het de dame die bij de heer op zijn tenen stond, blozend de drankjes de schuld geven terwijl het gewoon mijn gebrek aan ritme was.
Helaas zijn we niet allemaal gezegend met een portie talent voor de dingen die we wel heel leuk vinden. Zoals mijn gebrek aan ritmegevoel, toch wel een redelijk belangrijk dingetje is in de dressuur. Maar zoals de uitdrukking zegt “Hard work beats talent, when talent doesn’t work hard”, geloof ik er stellig in dat met hard werken (bijna) alles mogelijk is en heb ik door heel veel oefenen toch best wat ritme weten te ontwikkelen. In deze column deel ik dan ook graag een paar tips met jullie om je ruitergevoel te verbeteren.
TIP 1: zintuigen uit
Via onze zintuigen komen prikkels binnen, die door onze hersenen in informatie worden omgezet. Hoe meer prikkels binnen komen, hoe moeilijker het is om je te concentreren op wat je voelt.
Onze handen hebben veel zenuwuiteinden, daardoor voelen we veel met onze handen. Als ik een bal naar je toe gooi dan vang je die op met je handen, als je een stofje ziet wat zacht uitziet dan wil je dat met je handen voelen, zie je een knopje dan wil je die met je vingers indrukken etc… Onze handen zijn ontzettend handig 😉 maar in het paardrijden is dat niet altijd positief. Zo gaan we eigenlijk teveel af op wat we met onze handen voelen en daar willen we dan ook het liefst alles mee oplossen. Alleen houden we via de teugels het bit van het paard vast en aangezien die in de mond ligt willen we daar juist zo vriendelijk mogelijk mee omgaan. Terug naar je gevoel dus!
Rij eens met beide teugels in één hand, daardoor kun je véél minder inwerken op de mond van het paard en ben je gedwongen meer vanuit je zit en been te rijden. Dat lukt alleen als je goed gaat voelen wat er onder het zadel gebeurt.
Maar ook via onze ogen komt constant heel veel informatie binnen. Die vriend langs de kant, de schaduw op de grond, die enge deken over het schot maar ook dichterbij; de hals van het paard die misschien niet helemaal doet wat jij ermee van plan was. Daardoor gaan we ook weer meer inwerken met onze handen. Terwijl door minder te doen je je paard veel minder prikkels geeft om te verwerken en hij je veel beter kan begrijpen. Dus doe die ogen eens dicht tijdens het rijden, dwing jezelf om écht te voelen wat er gebeurt. Zijn jullie in balans of wordt je één kant op geduwd? Heb je tempocontrole? Weet je waar in de bak je bent? En nu? Wat voel je nog meer? Het zal misschien niet direct zo gaan zoals je wilt maar uiteindelijk merk je dat je hiermee heel veel balans en gevoel krijgt.
TIP 2: beugels uit
Buiten je zintuigen kun je ook je beugels uit doen. Het zal vast niet helemaal comfortabel zijn maar om te groeien moet je uit die comfortzone komen, toch! Laat je benen los hangen en ga voelen, zit je op twee billen hetzelfde? Voel je de heupen van je paard? Zit je daar recht voor? Waar zijn de schouders van je paard? Zijn jouw schouders recht daarachter? Is je kaak los, je nek, je schouders, je armen en je polsen? Heb je links en rechts hetzelfde gevoel aan je handen en benen? Ja? Prima, dan ga je het jezelf weer moeilijker maken door overgangen en wendingen te rijden, of als het lukt je zijgangen. Zit je dan nog steeds net zo ontspannen en in balans? Oefenen, oefenen, oefenen! Zit jij goed dan loopt je paard ook goed.
TIP 3: tellen
Probeer eens te voelen wanneer het linker achterbeen wordt opgetild, laat iemand mee kijken om te controleren of je het goed voelt. Lukt dat, dan ga eens mee praten in het ritme ‘links, rechts, links, rechts’. Blijft dat ritme gelijk? Dan ga je mee tellen 1,2,3,4 in stap, 1,2,1,2 in draf en 1,2,3 in galop. Blijft dat ritme gelijk of tel jij sneller/langzamer dan je paard gaat. Probeer precies op de maat te blijven. Om het wat gezelliger te maken kun je dat ook met muziek oefenen. Natuurlijk heeft niet iedereen kür muziek in huis maar op internet is vast wel iets te vinden in het ritme van je pony of paard of zet gewoon de radio aan, dan wissel je vanzelf veel af in tempo en ritme.
TIP 4: wegen
Hoeveel gewicht voel je in je handen? Stel je voor dat je handen zo’n ouderwetse weegschaal zijn, een kommetje links en een kommetje rechts. Als 0 helemaal niks is, dus een slap hangende teugel en 10 is oersterk. Hoeveel voel je dan links en hoeveel voel je rechts. Ga eens op niks anders letten dan dat, je wilt aan beide kanten dezelfde druk en uiteindelijk op beide kanten naar 1. Je wilt contact zonder kracht te hoeven gebruiken en links en rechts het bit helemaal in balans. Alles wat je teveel of te weinig druk hebt is je paard eigenlijk niet nageeflijk over de rug en dat los je weer op door meer vanuit je been naar je hand te rijden met bijvoorbeeld overgangen.
Kijk ook eens naar de oren van je paard, staan die rechtop en helemaal op dezelfde hoogte? Als dat niet zo is dan kantelt je paard zijn hoofd, dat komt vaak doordat je zelf meer aan één teugel trekt of doordat je paard scheef is – wat dus ook door die ongelijke druk kan komen. Doel: oortjes naar voren, op dezelfde hoogte en links en rechts een 1tje in je handen.
Heel veel succes en plezier met het oefenen van deze tips! Laten jullie weten of het gelukt is?
1 reactie
Margreth Noordermeer · 12 juli 2017 op 07:33
Wow, Solvej, wat heb je het mooi plastisch en duidelijk verwoord. Top !!🖒🖒🖒🖒