In de periode dat ik bewuster werd over de training en het management van mijn paarden vond ik het heel lastig om te bepalen hoe, hoe vaak en hoe lang trainen ideaal was. Anders dan bij andere sporten heb je niet alleen te maken met je eigen fitheid maar ook met die van een partner, een partner zonder stem. In deze openhartige Fair Play blog vertel ik hoe je een persoonlijk trainingsschema kunt maken voor elk paard!
Persoonlijk vind ik het een van de lastigste dingen aan onze sport. Voor mezelf kan ik heel hard zijn en ik wil tot het gaatje gaan om mijn doel te bereiken, máár niet ten koste van mijn paard. Daarom is het steeds weer zoeken naar het randje tussen het beste uit mezelf en mijn paard halen zonder hem mentaal of fysiek kapot te trainen.
Het is heel verleidelijk om nog een beetje door te gaan als iets niet goed gaat of het gaat misschien juist heel fijn en je kunt geen genoegen krijgen van dat gevoel. Vaak denk ik dan aan de wijze woorden die Jeannette Haazen ooit tegen mij zei: “Morgen is nog een dag!”.
De druk van buitenaf kan ook een factor zijn waardoor je teveel of te weinig doet. Het willen winnen van wedstrijden, eigenaren die natuurlijk verwachtingen hebben of het zijn juist stalgenoten die een mening hebben waar je je (onbewust) door laat beïnvloeden.
Toen ik net begon te werken in de paardensport had ik daar best moeite mee. Ik was nog erg jong en ongeduldig in het bereiken van mijn doelen en tegelijkertijd ook onzeker. Als ik terug kijk heb ik te vaak te lang door getraind omdat ik persé mijn doel wilde halen. Door blessureleed -waar een deel echt pech van was maar een deel ook voorkomen had kunnen worden- werd ik met mijn neus op de feiten gedrukt.
“Harder trainen is niet altijd beter trainen en zeker niet als je met levende dieren werkt.”
Misschien iets teveel met mijn neus op de feiten.. Door de blessures werd ik heel bang om iets te vragen van mijn paarden, ik sloeg een beetje door in het “heel houden”. In die periode ben ik zelf heel fanatiek gaan sporten buiten het paardrijden. Daar heb ik veel van geleerd. Hoe belangrijk een goede warming up en cooling down is, hoe het voelt als je over je grenzen bent gegaan en wat verschillende soorten trainingen doen met je lijf. Tijd om dat terug te koppelen naar het paard. Mede dankzij die ervaring en de tips van mijn dierenarts heb ik een systeem ontdekt wat goed voor mij werkt. Toch belasten om te versterken maar met genoeg herstel-momenten en afwisseling.
Minimaal 10 minuten stappen!
Vooral paarden die koud uit de stal komen hebben echt minimaal 10 minuten stap nodig om de spieren en gewrichten soepel te krijgen. Ook na de training is mininaal 10 minuten stappen écht nodig. Ik snap dan ook nooit zo goed hoe mensen kunnen zeggen dat je een jong paard niet langer dan 20 minuten moet rijden, dan zou je nooit aan de draf en galop toe komen!
Rustig opbouwen!
Iedereen die ooit een hardloop app heeft gebruikt beseft dat je rustig aan conditie op moet bouwen. Je kunt onmogelijk meteen 10km rennen. Begin rustig! In het zadelmak maken of na een rustperiode is het vooral heel belangrijk om bewust conditie op te bouwen. Maar ook als je merkt dat je paard een training of wedstrijd moeilijk volhoudt helpt duurtraining.
In een duurtraining vraag je geen zware oefeningen, maar probeer je op een ontspannen manier de tijd te verlengen waarin je paard rustig blijft ademen in draf en galop. Bijvoorbeeld:
- 10 minuten stap
- 5 minuten draf
- 5 minuten stap
- 5 minuten galop
- 5 minuten stap
- 5 minuten draf
- 10 minuten stap
De minuten draf en galop pas je aan, aan de conditie van je paard. Hoe slechter de conditie hoe korter je begint en hoe rustiger je opbouwt. Uiteindelijk wil je in een duurtraining de draf en galop minuten langer maken en de stap tussendoor korter door per keer bijvoorbeeld 1 of 2 minuten eraan toe te voegen/af te trekken.
Super compensatie!
Tijdens een training breng je schade toe aan de spieren en pezen, er ontstaan microscopisch kleine scheurtjes. Dat lijkt slecht maar dat is het niet persé, het is nodig om sterker te worden. Het lichaam reageert met super compensatie, dat betekent dat de spieren weer herstellen en het lichaam maakt daarbij meer weefsel aan dan er vóór de training was, waardoor je de volgende keer meer aan kan.
Die super-compensatie ontstaat na een zware training en is dus nodig om sterker te worden. Een spier heeft daar ongeveer 48 uur voor nodig. Ga je in die tijd weer zwaar trainen ontstaan er nieuwe scheurtjes maar zijn de oude nog niet genezen. Doe je dit te vaak dan scheuren er steeds meer vezels en moeten de gezonde vezels steeds meer kracht opvangen. Denk maar aan een staalkabel, samen zijn al die ijzerdraadjes heel sterk, hoe meer er kapot gaan hoe groter de druk wordt op de kabels die overblijven. Als je te zwaar door blijft trainen ontstaan er dus gaten in een spier of pees en in het ergste geval breekt hij zelfs helemaal af.
Maar duurt de rust tussen de super-compensatie en de volgende training te lang dan gaat de spier of pees weer terug naar de oude staat en heb je dus niks bereikt. Sterker nog, dénk jij wel weer een stap verder in de training dan overbelast je je paard sneller.
Afwisseling!
De kunst is dus om de spieren en pezen te belasten, daarna te laten herstellen maar op tijd weer te belasten. Teveel belasting en teveel rust leveren allebei niks goeds op. Om die reden heb ik een schema ontwikkeld voor mijn paarden die ik qua duur en intensiteit aanpas aan leeftijd, conditie, kracht en niveau.
- Maandag: Elke maandag doe ik grondwerk en/of longeer ik alle paarden op stal, als ik longeer geef ik ze niet zomaar beweging want dat kunnen ze op de wei ook. Ik train heel gericht hun lijf en mentale toestand. (Hier komt snel een blog over!)
- Dinsdag: Op dinsdag train ik het meest intensief van de week. Als er wedstrijden zijn in het weekend dan is deze dag het meest ideaal om aan te pakken wat nodig is en toch nog te kunnen herstellen voor het weekend.
- Woensdag: Afhankelijk van de leeftijd en africhting pas ik deze dag aan, of een vrije dag op de wei, een stap/gymnastische training of lekker voorwaarts neerwaarts om te herstellen.
- Donderdag: Op donderdag train ik matig met de paarden die thuis blijven en mogen om de week één of twee paarden mee naar de les waar ze dus een zware training krijgen.
- Vrijdag: De paarden die mee naar les zijn geweest mogen herstellen op deze dag. De andere paarden kijk ik aan, soms zijn de jonge paarden al wat moe aan het eind van de week, daar luister ik naar en werk vooral naar ontspanning toe. Voor een wedstrijd zet ik alleen de puntjes op de “i”.
- Zaterdag: Afhankelijk van wedstrijden gebruik ik de zaterdag om de paarden te rijden die het nodig hebben een keer extra te lopen of een lichte training voor een wedstrijd. Als ze op vrijdag erg hard gewerkt hebben dan is de zaterdag een hersteldag.
- Zondag: Als er geen wedstrijd is dan hebben alle paarden vrij.
Natuurlijk is afwisseling in de zin van ritjes buiten of een hindernis meepakken ook erg belangrijk en ideaal voor de duurtrainingen!
Welk schema pas jij toe op je paard?
2 reacties
Kirsten · 28 februari 2018 op 14:05
Geweldige blog weer en heel herkenbaar, alleen nog nooit zo toegepast op het dier.. Een opsteker! Wat ik me dan nog afvraag is of je dan ook verschillende spiergroepen traint.. Dus de enige dag veel werkt aan iets wat het paard heel moeilijk vindt, maar bij spierpijn de dag erna dat deel met rust laat, daar waar mogelijk en iets anders traint. Als mens train je bijvoorbeeld ook de ene dag je bovenlijf en de dag erna je onderlijf.
solvej · 13 maart 2018 op 19:05
Dankjewel!
Klopt! Werk ik de ene dag meer aan de zijdelingse spieren dan werk ik de keer daarna juist meer aan bijvoorbeeld de rug en buikspieren. Zo komt alles aan de beurt maar is er toch tijd voor herstel van de spieren. Toch worden de pezen en gewrichten bij beide belast dus rustdagen blijven belangrijk.