Lengtebuiging!

© Kimberly Duchateau Photography 2017 || alle rechten voorbehouden.

Als je controle over de schouders hebt, dan heb je eigenlijk ook controle over je paard. Het draait allemaal om balans en souplesse maar juist dat klinkt eigenlijk simpeler dan het is. In de Fair Play blog van deze week geef ik jullie een aantal tips om meer controle over de schouders van je paard te krijgen en daarmee de lengtebuiging te verbeteren!

Er zijn natuurlijk vele wegen naar Rome. De ene ruiter wendt liever af aan de buitenteugel, de ander aan de binnenteugel en ga zo maar door. Maar wat ik zelf in de praktijk merk is dat de meeste aandacht naar de buitenschouder gaat terwijl het minstens zo belangrijk is om ook de binnenschouder los genoeg en in de juiste richting te laten bewegen. Zolang de binnenschouder strak blijft in een wending, draait hij niet mee in de rijrichting en blokkeert daarmee vanzelf ook de buitenschouder. Op dat moment loopt je paard “over de schouder” en verliest dus zijn balans.

De ruiter wilt toch zijn richting aanhouden en wat je vaak ziet gebeuren is dat dan de binnenteugel richting het bovenbeen van de ruiter wordt getrokken. De bedoeling is goed want je wilt buiging houden en op je lijn blijven maar het levert uiteindelijk helaas niet op wat je zou willen. Het paard vind de druk op de binnenteugel onprettig en omdat de hals van het paard leniger is dan de schouder buigt de hals naar binnen om van de teugeldruk af te komen. Dan lijkt het misschien alsof je veel buiging hebt maar eigenlijk blijven de schouders nog steeds naar de buitenkant lopen en buigt je paard dus minimaal in zijn lijf.

Zie het maar als fietsen. Als je een bocht draait en je voorwiel staat in de verkeerde richting dan raak je uit balans. Zolang dat voorwiel niet gewoon als eerste de bocht in rolt kun je dus niet soepel rijden. De voorhand van je paard is je voorwiel, die moet als eerste de bocht door gevolgd door het zadel en het achterwiel – oftewel de achterbenen.

Je kunt dus nog zo hard je best doen om de buitenschouder te begrenzen maar zolang de binnenschouder niet meedoet kán hij dus echt niet naar binnen draaien. Blijf je toch begrenzen dan gaat je paard zich verzetten. Dat kan subtiel door met de staart te zwiepen, al wat duidelijker door het tempo over te nemen terug of naar voren, problemen in de aanleuning of soms zelfs door te bokken.

Controlepuntje!

Blijft je paard in balans als je de binnenteugel ontspant? Als dat niet lukt dan is je paard niet om je binnenbeen maar om te binnenteugel gebogen. Hetzelfde geldt voor de buitenteugel, wat gebeurt er wanneer je die ontspant? Blijft je paard in balans en in hetzelfde lijntje lopen?

Maar hoe dan wel? 

Zoals ik al zei zijn er vele wegen naar Rome.. Zelf probeer ik altijd naar een gelijke druk aan twee teugels en twee benen toe te werken en het ligt een beetje aan de situatie of ik de binnen- of buitenkant belangrijker vind. Lees hier mijn eerdere blog voor tips over de aanleuning!

Met mijn binnenhand geef ik de richting aan door hem iets van de hals af opzij te sturen, maar altijd richting mond om de beweging niet te verstoren. Bij een onervaren paard kun je dat wat duidelijker doen – overdrijven maakt de zaak duidelijk – en bij een paard met een meer bevestigde basis en balans kun je dat subtieler doen met alleen een halve ophouding.

Mijn buitenteugel zorgt ervoor dat de buitenschouder volgt en niet wegvalt. Dat is een stukje gevoel wat moeilijk in woorden uit te leggen is, je buitenteugel moet genoeg ruimte geven zodat de schouder ook ruimte genoeg krijgt om te draaien maar mag niet wegsteken waardoor de schouder juist weer teveel ruimte krijgt en uit balans raakt. De gulden middenweg!

Mijn buitenbeen ligt iets terug om het buitenachterbeen in het spoor te houden en mijn binnenbeen ligt op de singel om de buiging om de kuit te vragen.

Als je dat goed doseert blijft je paard met zijn achterbenen in hetzelfde spoor als zijn voorbenen lopen en kun je het lijntje dat je rijdt precies door het midden van je paard houden, van zijn oren tot zijn staart. Dat is lengtebuiging. De richting die je rijdt bepaald dus hoeveel lengtebuiging je moet hebben.

Tips! 

Volte vergroten en verkleinen. Het is een klassieker maar nog steeds een super oefening om je paard leniger te maken en zelf handiger te worden in het rijden met goede lengtebuiging.

Je weet nu wat lengtebuiging is en hoe je dat vraagt. Probeer op die manier de volte te gaan verkleinen. Ook al valt je paard door je binnenbeen, je doel blijft om echt allebei de schouders de bocht in de laten draaien. Je paard komt pas in balans en kan dus pas op je binnenbeen reageren als de binnenschouder met de bocht mee draait en de buitenschouder precies genoeg ruimte krijgt om eromheen te draaien zonder weg te kunnen vallen.

Als je volgens de checkpoints je handen kunt ontspannen en je paard blijft in balans dan ben je er en dan drijf je vanuit je binnenbeen de volte weer naar buiten. Maar ook hierbij opletten dat het “voorwiel” blijft draaien in de richting waar je heen gaat.

Schouderbinnenwaarts is natuurlijk een hele bekende oefening als het om de lengtebuiging gaat. Je kunt de schouderbinnenwaarts op de volte of aan een rechte lijn doen. Probeer het zo voor elkaar te krijgen dat beide lukt en uiteindelijk zelfs op de middenlijn.

Je kunt met deze oefening veel variëren. Rij overgangen in de schouderbinnenwaarts voor een sterker binnenachterbeen. Maak van 3 sporen eens 4 sporen en als je dan toch op 4 sporen zit dan buig eens om naar de renvers. Of rij schouderbuitenwaarts richting de hoefslag en buig om naar travers. Wees creatief maar ook hier geldt, zorg dat het echt de schouders zijn die buigen en hou het buitenachterbeen in de gaten.

Het maakt niet uit welk niveau je rijdt, je bent nooit klaar met de lengtebuiging. Het zou natuurlijk erg makkelijk zijn als je dit “even” leert en er dan klaar mee bent maar dit blijft met elk paard en op elk niveau heel belangrijk. Zolang je vooruit wilt is het nodig om je basis te verbeteren en te blijven onderhouden.

Er zijn natuurlijk nog heel veel andere manieren om de lengtebuiging te verbeteren. Welke oefening gebruik jij? Ik ben heel benieuwd! Een reactie is leuk en delen is aardig 😊

Liefs Solvej