In een vorige blog (klik hier) schreef ik al over de verschillende manieren waarop je als ruiter gemotiveerd kan zijn. In het kort, omdat je het zelf wilt of omdat er iets tegenover staat. Voor een paard geldt dat natuurlijk ook. In de Fair Play blog van deze week komen we erachter hoe je een paard kunt motiveren.
Een paard leert net als mensen op verschillende manieren en het verschilt per paard wat het beste werkt. Dat is veel te ingewikkeld om allemaal in één blog te proppen dus ik wil er kort op in gaan hoe we ons paard kunnen motiveren in de praktijk.
Net als mensen kan de motivatie komen doordat het paard het graag zelf wilt. Een paard dat bijvoorbeeld graag voorwaarts loopt omdat hij dat leuk vindt.
Maar ook kan de motivatie ontstaan omdat hij er een beloning voor krijgt of juist gestraft wordt als hij het niet doet. Bijvoorbeeld nageeflijk lopen omdat de druk op de teugels dan afneemt of voorwaarts gaan omdat hij anders een tik met de zweep krijgt.
In de ideale situatie zouden we allemaal paarden willen die uit eigen wil als een prima ballerina door de ring dansen of een parcours springen omdat ze niet kunnen wachten om over die hindernissen te vliegen. Maar helaas leven we niet in een ideale wereld met ideale paarden, ideale ruiters en ideale situaties.
Wij maken heel menselijk fouten en onze paarden zien ook niet altijd het nut in van weer een rondje rijden. En dus moeten we steeds op zoek naar manieren om als team zo goed mogelijk en zo aardig mogelijk samen te kunnen werken. Maar hoe dan?
Het zenuwstelsel van je paard.
Om de reactie van onze paarden te begrijpen moeten we wel iets van het zenuwstelsel begrijpen.
Het sympatische zenuwstelsel zorgt ervoor dat je paard kan vluchten en vechten. Het verhoogt het bewustzijn van de zintuigen, zorgt voor betere circulatie en ademhaling en legt het spijsvertetingsstelsel tijdelijk stil. Het versnelt zweten, hartslag en bloedsomloop. Verwijdt de pupillen en verhindert lichaamsfuncties als speekselafscheiding en urineren.
En het parasympatische zenuwstelsel. Dat is in actie als het paard in een veilige, ontspannen omgeving is. Het vertraagt de hartslag, bevordert de speekselafscheiding en laat urineren toe.
Van beide maken we gebruik in de opleiding van het paard. Maar ze moeten in balans zijn. Zowel de ontspanning als de aanspanning hebben we nodig om fijn te kunnen rijden.
Wees net zo fit als je paard!
Allereerst is het belangrijk dat we onze eigen zaakjes op orde hebben. Als we als ruiter niet fit en gemotiveerd zijn dan kunnen we niet verwachten dat ons paard dat wel is. Zorg dat je zelf minstens zo fit en gedisciplineerd bent als wat je van je paard verwacht. Als je zelf halfdood erop zit als het even moeilijk wordt dan helpt dat zeker niet mee. Geef het goede voorbeeld aan je paard door aan je conditie te werken, emotioneel stabiel en zo uitgerust mogelijk te zijn en door steeds op je houding te blijven letten. Alles wat je daarin stopt krijg je van je paard weer terug. Als jij goed erop zit dan begrijpt je paard je beter en hoeft hij jouw onbalans niet te corrigeren, zo ben je hem minder tot last!
Weet wat je wilt!
Als je weet wat je wilt dan kun je dat ook beter op je paard overbrengen. Meestal zijn ruiters meer bezig met hun paard te vertellen wat ze níet willen dan wat ze wél willen.
“Als je een volte rijdt, begrens je dan vooral omdat je bang bent dat hij over de schouder loopt of stuur je vooral in de richting waar je heen wilt en zeg je dus wat je wél wilt?”
Maar er is van alles wat we niet willen en veel minder wat we wel willen. Als jij op school of op je werk steeds te horen krijgt wat ze niet willen dan wordt je onzeker en ongemotiveerd. Want wat dan wél?
Zorg dus dat je weet wat je wilt en dat ook goed duidelijk maakt aan je paard. Dan ontdek je dat hij het eigenlijk best graag wilt doen voor je!
Maak het prettig voor je paard!
Als je alles alleen maar doet omdat je bang bent dat iemand anders boos op je wordt dan hou je dat niet lang vol. Je gaat met steeds meer tegenzin werken en op een gegeven moment interesseert de straf die er tegenover staat je misschien niet eens meer genoeg.
Zorg er dus voor dat je paard echt gaat begrijpen dat wat jij wilt ook in zijn voordeel is en niet alleen maar omdat het van jou moet. Als je paard zich fitter en losser voelt dan kan hij vrijer bewegen en zal zich letterlijk beter in zijn vel voelen.
Hieronder vijf tips om je in de goede richting te helpen!
Tip 1 : Haal de druk van been, zit of hand weg als je paard een goede reactie geeft.
Tip 2 : Ga lang genoeg door om te bereiken wat je wilt maar stop vóór je paard zijn concentratie verliest of verzuurt.
Tip 3 : Ga uit van ontspanning. In een ontspannen sfeer leert iedereen het beste. Maar wees vooral duidelijk in wat je van je paard verwacht.
Tip 4 : Beloon je paard met een vriendelijke stem, je zult merken dat hem dat motiveert!
Tip 5 : Wissel ontspanning en aanspanning af maar hou wel regelmaat. In een training kun je na iets moeilijks het beste weer even iets makkelijks doen of zelfs even pauzeren. En doordeweeks geldt hetzelfde, niemand kan blijven pieken. Je paard ook niet!
Maar vooral, probeer te genieten samen! Heel veel succes en plezier!
Liefs Solvej
0 reacties