Hoor jij regelmatig dat je teugels te lang zijn of hou je ze juist graag kort omdat je zo de controle wilt houden? Heb je soms één teugel strakker dan de ander? Of misschien glippen de teugels wel steeds uit je vingers? In de Fair Play blog van deze week geef ik jullie verschillende teugel-tips!

Zelf ben ik maar klein met mijn 1.59m en ik merk dat het met mijn korte armpjes soms lastig is om mijn handen mooi voor het zadel uit te rijden. Dus wat is nu een ideale teugel-lengte?

Als regel hou ik aan dat je moet kunnen remmen zonder dat je met je handen boven je zadel uit te komt. Zit je met je handen bij je buik of boven je benen, dan zijn ze te lang. Maar ze moeten wel weer lang genoeg zijn om je paard zijn hals te kunnen laten ontspannen zonder dat hij gaat duiken.

Dat klinkt misschien logisch maar toch kan het best moeilijk zijn om dat voor elkaar te krijgen.

We willen eigenlijk het paard zo aan de gang hebben dat de verbinding met de mondhoeken constant en zacht is, het is dan direct een stuk makkelijker om te voelen wanneer je teugels nou echt goed zijn. Je paard vertrouwt jouw hand en neemt het bit aan met zijn mond, het lijkt dan net alsof het bit in jouw hand rust zonder zwaar te worden. Maar hoe kom je daar? Zie ook mijn blog over nageeflijkheid, klik!

Ga in ieder geval niet vechten met je paard! Neem juist contact op de teugel die te los is in plaats van te trekken aan de teugel waar je al meer druk op hebt. Je wilt minder druk aan de sterke teugel, waarom zou je dan zelf de druk nog groter maken door terug te trekken? Als je de druk beter verdeelt hebt ontspant je paard zich meer, op dat moment kun je je paard actiever maken door met je kuiten het lijf van je paard richting zijn hoofd te rijden. Heb je de energie dan tussen twee benen en twee handen gelijk dan laat je je paard met een ophouding aan twee teugels nageven. Een te strakke of te losse teugeldruk hangt namelijk vrijwel altijd samen met de activiteit en het ruggebruik. Als dat lukt zoekt het paard allebei jouw handen op en volgt die in elke richting.

Ik maak me dan ook meestal niet erg druk om de binnen- of buitenteugel. Bij jonge paarden of paarden met weinig evenwicht kan het balans elke 5 meter anders zijn en dus de teugeldruk ook. Voor mij bestaat daar dan ook niet een bepaalde regel over, ik pas me aan aan het moment.

Een paard wat mooi in balans loopt heeft een gelijke en elastische druk aan twee teugels. Als dat niet zo is neem ik contact waar het paard geen contact wilt en ontspan ik waar hij mijn steun juist wel wilt. Zowel aan de teugel, mijn been als de zit.

Ik ga er vanuit dat paarden altijd hun best doen maar ook energiebesparend zijn. Net als wij de zware boodschappentas rechts pakken als we rechtshandig zijn, kiest een paard ook voor de spieren waar hij het het makkelijkste mee heeft. Daar waar het paard dus mijn steun wilt laat ik het hem juist meer zelf doen want die spieren moet hij ontwikkelen. En daar waar hij geen contact wilt neem ik die juist. Zo krijg je vanzelf meer balans en een gelijke teugeldruk.

Misschien heb je wel een gelijke teugeldruk maar glijden je teugels ongemerkt uit je handen? Vaak zie je dat ruiters dan meer met hun vingertopjes rijden dan met hun ringvinger mooi om de teugel heen. Ontspannen betekent nog niet dat je je paard moet loslaten. Een te losse hand zorgt ervoor dat je te laat en minder voelt wat er gebeurt waardoor je dus ook te laat bent met je hulp. Daarbij moet je paard op die manier steeds zoeken naar jouw hand en wordt de aanleuning vaak onrustig.

Tips!

Plak gekleurde tape om je teugel zodat je altijd weet of je ze aan twee kanten gelijk vast hebt en de teugels niet ongemerkt langer worden.

Maak een vuist van je handen als je de teugel vast hebt. Een vuist hoeft niet strak te zijn, je vuist is ontspannen en alleen tijdens een ophouding knijp je je vuist meer bij elkaar.

Oefen het halsstrekken en teugels op maat maken. Goed voor de afwisseling van hoofd- halshouding. Het balans van zowel paard als ruiter én de handigheid in de teugelvoering.

Vooral ruiters die zelf meer moeite hebben met een gelijke verbinding  laat ik met een springzweepje in hun handen rijden, gewoon tussen de duim en de wijsvinger zodat je je handen mooi rechtop kunt blijven houden. Op die manier dwing je jezelf op je teugelvoering te letten en rustiger en duidelijker in te werken. Als je teveel met je handen hebt gereden in plaats van met je benen dan merk je dat op die manier direct!

Rij ook eens met de teugels in één hand. Je wordt er wijzer van of je ondekt dat het eigenlijk heel goed gaat!

En de klassieker, denk aan kuikentjes in je handen. Ze mogen niet ontsnappen maar zeker ook niet dood geknepen worden 😉

Heb jij nog leuke tips voor een betere teugelvoering? Ik ben heel benieuwd! 

Liefs Solvej


0 reacties

Geef een antwoord

Avatar plaatshouder

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.