Achterwaarts!

Foto: Kimberly Duchateau Photography

Achterwaarts is een van mijn favoriete oefeningen. Je kunt het achterwaarts voor zoveel verschillende doelen gebruiken, bijvoorbeeld voor meer ruggebruik, tempocontrole of om je paard recht te richten. Dat maakt het dus een heel veelzijdige oefening. Toch gaat het achterwaarts bij veel combinaties nog niet vlekkeloos en zorgt soms onnodig voor spanning. In deze Fair Play blog geef ik je  handige tips om gemakkelijker correct achterwaarts te rijden.

Het achterwaarts is net als de stap en de galop een controlepunt om te zien hoe “durchlässig” oftewel hoe los door het lijf een paard is. Als hierin moeilijkheden zitten dan komt dat vaak door verkeerd ruggebruik. Een paard met een gespannen onderrug kantelt zijn bekken niet op de juiste manier en kan dus niet correct achterwaarts.

In het achterwaarts willen we een ontspannen en nageeflijk paard dat met een fijne impuls alle passen in dezelfde takt vloeiend en diagonaalsgewijs (linksvoor- rechtsachter of rechtsvoor-linksachter) terug zet. Daarbij moet de achterhand meer gewicht gaan dragen en de schouder oprekken naar achter.

Mijn paard wilt niet terug..

Het gaat dan meestal mis in de overgang naar het halthouden. Wanneer je paard impuls verliest (zie ook: Het belang van voorwaartse drang en Tempocontrole) maakt hij zijn rug hol en moet hij dus in het halthouden-achterwaarts van heel ver komen om zijn bekken en rug weer goed te gebruiken.

Als je paard niet terug wilt moet je dus eerst ervoor zorgen dat de reactie aan de hulpen goed genoeg is en je alle overgangen met een goed impuls kunt rijden. Daarbij moet je paard goed nageeflijk vanuit zijn rug zijn en niet alleen in zijn hals.

Net zo belangrijk is het dat je paard de hulp begrijpt. Zelf oefen ik met alle paarden al vanaf ongeveer de eerste week dat ze uit de opfok komen achterwaarts aan de hand. Elke keer als het paard teveel doordramt laat ik ze halthouden en een pasje terug lopen. Dat hoeft niet veel te zijn maar in combinatie met mijn stem leren ze al snel wat de bedoeling is. Daar heb je met dus niet alleen aan de hand profijt van maar ook met rijden.

Veel ruiters zie ik tegenstrijdige hulpen maken in het achterwaarts. Trekken, soms zelfs hangen en been geven. Een ophouding zou je paard nageeflijker moeten maken, hangen betekent natuurlijk niks en met je been drijven betekent voor je paard voorwaarts. Wat moet het paard daar nu van maken? De hulpen moeten logisch zijn voor het paard.

Voor een paard is achterwaarts gelijk aan remmen vanuit het halthouden en dat is dus ook de hulp die ik geef. Bekken kantelen, iets meer gaan zitten en een ophouding. Mijn benen wil ik dus ontspannen langs mijn paard hebben hangen. En omdat ze het idee en de stemhulp al begrijpen zorgt dat eigenlijk nooit voor problemen.

Op het moment dat het paard reageert haal ik mijn hulp weg. Dat wil zeggen, ik ga passief met de beweging mee, beloon met mijn stem en laat de rest aan mijn paard over. Natuurlijk stoppen de meeste paarden dan omdat ze denken dat dat de bedoeling is. “Doe jij niks, doe ik ook niks” maar ik wil eigenlijk “Goed zo, ga zo door!”. En dus herhaal ik precies dezelfde hulp opnieuw, krijg ik een pasje terug dan ontspan ik en word weer passief. Dat kun je steeds verder uitbreiden tot je eindeloos achterwaarts zou kunnen gaan tot je weer been geeft.

Vraag eventueel iemand op de grond om je te helpen jouw paard terug te laten gaan.

Hij gaat scheef!

Ook de rechtgerichtheid en het balans komt sterk naar voren in het achterwaarts. Als je paard scheef is in het voorwaarts dan is het logisch dat hij ook scheef is in het achterwaarts.

Je kunt het achterwaarts ook gebruiken om hem rechter te krijgen. Wanneer je de voorhand steeds in de richting stuurt van de kant waar de achterhand uitzwaait leer je je paard recht onder de massa komen.

Voor wie het BE rijbewijs heeft, denk maar aan achteruit rijden met de aanhanger, gaat de kont naar rechts, dan stuur je de voorbenen ook naar rechts. Gaan ze naar links, stuur je de voorbenen naar links. En ook hier is net als met de aanhanger, corrigeer je te groot dan blijft het zwaaien. Met gevoel rijden dus!

Hij gaat te hard..

Ook hier geldt dat je paard zijn rug niet goed gebruikt. Hij maakt zich hol en duwt zich af aan zijn voorbenen in plaats van te gaan zitten in de achterhand.

Wanneer een paard voorwaarts onder je uit loopt helpt het om (schijn)overgangen te maken. In het achterwaarts dus ook!

Ik laat mijn leerlingen dan tellen. Bepaal vantevoren of je 1, 2 of bij wijze van 10 passen terug wilt en ga dan op die pas halthouden. Je begint klein en gaat 1 pas terug en halt. Wacht tot je paard weer ontspant en stap een stukje naar voren. Herhaal dat tot je paard meer gaat wachten op je hulpen. Op die manier kun je de controle oefenen en uiteindelijk zelf bepalen hoeveel passen je terug wilt. En denk erom als het om je hulpen gaat: Less is more!

Succes!! Laat je een reactie achter als je nog tips hebt of door de tips nu beter achterwaarts kunt? Ik ben benieuwd!

Liefs Solvej